De vlottende schulden van de gemeente bestaan uit kasgeldleningen, bank, giro en overige schulden (crediteuren). In onderstaande tabel is stand van de vlottende schuld aangegeven.

De overlopende passiva van de gemeente bedraagt per 31 december 2016 € 7.787.454. Dit saldo bestaat uit:

Zie de toelichting op de post Overlopende activa. De stand van deze balanspost per 31 december 2015 is aangepast. De nieuwe balansstand 2015 is hoger geworden: € 5.702.252. De balansstand was € 5.431.297. Het verschil met de gecontroleerde en gewaarmerkte jaarrekening 2015 betreft dus: € 270.955.

Vooruit ontvangen rijksgelden

De vooruit ontvangen rijksgelden betreft het overschot van de rijksgelden die besteed moeten worden aan de uitvoering voor specifieke geoormerkte taken. Als de gemeente het ontvangen geld niet aan deze taken besteedt, moet het worden terugbetaald. Het saldo van vooruit ontvangen rijksgelden bedraagt € 798.527 per 31 december 2016. In de volgende tabel staat een overzicht van het verloop per regeling in het boekjaar.

• RMC-gelden zijn voor de leerplicht-activiteiten. De mutaties en eindstand sluit aan op de bijbehorende accountantsverklaring 2016 (deze verantwoording loopt niet via onze SiSa verantwoording);
• BDU-infra en BDU-halte: BDU voor de provincie is met ingang van 2016 vervallen. Hiervoor in de plaats komt de ASF van de provincie. De BDU-regeling kent een overgangsperiode van drie jaar met een separate verantwoording van de BDU-middelen via het SiSa-systeem. Vanaf 2016 zijn er daarom geen rijksinkomsten meer toegevoegd. De gesubsidieerde uitgaven 2016 voor infra zijn onttrokken (€ 26.510). Voor halte zijn er in 2016 geen uitgaven in dit kader geweest. Om aansluiting te krijgen met de vaststellingsbeschikking 2015 van de Provincie is er een correctie gemaakt tussen de BDU-infra (€ 8.592 onttrokken) en BDU-halte (€ 8.592 toegevoegd). Daarnaast is de toegekende rente bijgeschreven;
• Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE): het verschil tussen de rijksbijdrage en de subsidiabele kosten (via peuterspeelzaalwerk) is hier weergegeven.

Totaalbedrag opgenomen waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt

De stand van de gewaarborgde leningen van de gemeente bedraagt per 31 december 2016 afgerond € 256.515.637. De grootste garantstellingen betreffen Oost Flevoland Woondiensten (€ 241.588.000), afvalbedrijf HVC (€ 9.889.830) en Impact (€ 2.573.176), CAH Vilentum Hogeschool / STOAS (€ 1.893.215), Redepassage (€ 171.416), Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (€ 400.000).
De gemeente staat voor 25% garant voor de leningen die Oost Flevoland Woondiensten vanaf 2001 is aangegaan via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
De gemeente heeft hier een achtervangfunctie. Dat wil zeggen dat de gemeente alleen het risico loopt een renteloze lening aan het Waarborgfonds te moeten verstrekken als OFW niet aan de verplichtingen voldoet en het vermogen van het WSW onvoldoende is om dat af te dekken. Dit risico wordt als erg klein ingeschat. Zie ook de risicoanalyse in de paragraaf weerstandsvermogen.