Wat wilden we bereiken?

Doelstellingen Kadernota 2016 (nieuw beleid) en Programmabegroting 2016

Nieuw beleid Kadernota 2016 en Programmabegroting 2016

Impact

Voor 2016 is er een bedrag van € 180.000 extra gereserveerd. Voor de inhoudelijke discussie verwijzen wij u naar de bestaande ontwikkelingen “transities Sociaal domein” in dit programma. Hier wordt uitgebreid op de uitvoering van de participatiewet ingegaan. Impact is hier een onderdeel van.

Zelfstandigenloket Flevoland (ZLF)

Vanaf 2010 is er voor de uitvoering van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) een bedrag van ongeveer € 60.000 begroot.
Alleen in 2013 is er naast de € 60.000 nog € 50.000 begroot voor de uitvoering van schuldhulpverlening voor zelfstandigen.
De werkelijke kosten vanaf 2010 waren als volgt:
2010: € 241.000
2011: € 113.000
2012: € 66.000
2013: € 213.000
2014: € 356.000
2015: begroot is € 311.000
De hoogte van het Bbz is sterk conjunctuur gevoelig. Van 2010 tot en met 2013 zijn de tekorten opgevangen uit de recessiemiddelen.
Vanaf 2014 zijn deze middelen vervallen en is het tekort verder opgelopen. Uitgaande van het huidige beeld wordt een afname op korte termijn nog niet verwacht. Dit ongeacht de inzet van het ZLF op het gebied van voorlichting en preventie.
Economisch herstel is in het algemeen in de bijstand veelal pas na twee jaar merkbaar.
Met betrekking tot de uitvoering van het Bbz ziet de gemeente en ook de uitvoerder van de regeling (het Zelfstandigenloket Flevoland) momenteel dat:

  • het aantal ondernemers dat een beroep doet op de regeling toeneemt en
  • de kosten voor schuldhulpverlening toenemen.

Gezien het historische en huidige perspectief wordt voorgesteld om structureel een bedrag bij te ramen voor de uitvoering van het Bbz.
Op dit moment werkt het ZLF, samen met de deelnemende gemeenten, aan een plan voor integrale aanpak voor de schuldenproblematiek van (ex) zelfstandigen. Daarnaast wordt uitgegaan dat er vanaf 2017 een geleidelijk economisch herstel intreed. Dit maakt het reëel om een afbouw in de kosten naar de toekomst op te nemen.
Om toch vinger aan de pols te houden zullen wij jaarlijks opnieuw kijken of het financieel perspectief  juist is ingeschat.

Vluchtelingenwerk

Elk jaar wordt de gemeenten door het rijk een wettelijk verplichte taakstelling opgelegd voor een aantal te huisvesten statushouders. Het aantal te huisvesten statushouders is de afgelopen jaren sterk gestegen. Van 11 in 2012 naar 70 in 2015. Gezien de stijging in de afgelopen jaren is te verwachten dat de taakstelling voor 2016 hoger (rond de 90) gaat uitkomen.
Om de benodigde maatschappelijke begeleiding te kunnen bieden om de statushouders te kunnen begeleiden is er voor 3 jaren (2016 tot en met 2018) een budget van € 20.000 per jaar nodig.Elk jaar wordt de gemeenten door het rijk een wettelijk verplichte taakstelling opgelegd voor een aantal te huisvesten statushouders. Het aantal te huisvesten statushouders is de afgelopen jaren sterk gestegen. Van 11 in 2012 naar 70 in 2015. Gezien de stijging in de afgelopen jaren is te verwachten dat de taakstelling voor 2016 hoger (rond de 90) gaat uitkomen.
Om de benodigde maatschappelijke begeleiding te kunnen bieden om de statushouders te kunnen begeleiden is er voor 3 jaren (2016 tot en met 2018) een budget van € 20.000 per jaar nodig.

AMIF-aanvraag; (Europese Asiel-, Migratie- en Integratiefonds)

In mei heeft het college een  AMIF (Europese Asiel-, Migratie- en Integratiefonds) aanvraag voorlopig ingediend. De subsidieaanvraag ondersteunt activiteiten die erop gericht zijn om de doelgroep statushouders vanaf het moment van binnenkomst in de gemeente blijvend te motiveren, activeren en de benodigde taalvaardigheden bij te brengen, met als doel het tot stand brengen van een positief integratieproces. Hiermee willen we voorkomen dat statushouders te lang langs de kant van de maatschappij staan. Indien de aanvraag niet wordt toegekend gaat de gemeente de activiteiten in de aanvraag toch uitvoeren zij het niet in volle omvang. Zie hiervoor het raadsvoorstel van september 2015.

Bestaande ontwikkelingen die doorlopen in 2016 vanuit de Programmabegroting 2016

Transitie Sociaal Domein

Sinds 1 januari 2015 zijn we als gemeente verantwoordelijk voor bijna alle ondersteuning aan mensen die het alleen niet (helemaal) redden op het gebied van werk en inkomen, zorg, welzijn, opvoeding en jeugdhulp. Om al deze taken zo goed mogelijk uit te kunnen voeren werkt de gemeente Dronten volgens de Dronter Koers. Door de aanpak volgens de Dronter Koers werkt de gemeente met haar partners integraal, vraag- en resultaatgericht. Zo willen we samen betere en op de behoefte afgestemde zorg leveren aan onze inwoners (maatwerk).
Zoals ook in de Drieluik Sociale Visie is beschreven, vormt participatie de motor van de samenleving. Om de participerende maatschappij te faciliteren is het concept ‘Vraag Elkaar’ uitgerold in de gemeente Dronten. Met Vraag Elkaar kunnen inwoners op een laagdrempelige manier informele ondersteuning vragen en aanbieden. Via WijSamen hebben Drontenaren op een positieve manier kennis kunnen maken met allerlei initiatieven uit de Drontense samenleving. Mensen die hierdoor geïnspireerd zijn geraakt kunnen via de website van Vraag Elkaar concreet een dienst vragen of aanbieden.
De raad heeft als kader meegegeven dat de transities binnen de door het rijk beschikbaar gestelde middelen budgettair neutraal moeten worden uitgevoerd. Daarbij is in de risicoparagraaf als kanttekening geplaatst het reeds bestaande tekort op de exploitatie van het SW-bedrijf IMpact en de dekking van de personeelskosten voor de uitvoering van de wettelijke taken van de Participatiewet. In de programmabegroting 2015 heeft de gemeenteraad besloten om voor de periode 2015-2017 een bestemmingsreserve te creëren die als buffer kan dienen in de aanloopfase. Er bestaat namelijk nog (grote) onzekerheid over het feit of de budgetten in 2016 en verder toereikend zijn.
Inmiddels is het rijk bezig om voor de Wmo en de Jeugdwet nieuwe objectieve verdeelmodellen te ontwikkelen. Deze worden naar verwachting vanaf 2016 stapsgewijs doorgevoerd. De invoering van de objectieve verdeelmodellen levert voor Dronten een extra risico op. Weliswaar stijgt het budget voor de Wmo licht, maar voor de Jeugdwet en de Participatiewet worden we geconfronteerd met forse extra kortingen. In de risicoparagraaf en in de tekst hieronder wordt hier per transitie verder op ingegaan.
Omdat we bij het schrijven van de programmabegroting nog onvoldoende beeld hebben van de resultaten over 2015 kunnen we hier nog niet aangeven of het beleidsplan Transitie Sociaal Domein (deels) aangepast moet worden. Voor de Participatiewet (BUIG) zijn in juni al wel aanvullende maatregelen voorgelegd aan de raad. Dit vanwege de voorlopige korting die op basis van het objectief verdeelmodel BUIG (inkomensdeel WWB) is doorgevoerd.
Bij de vierde voortgangsrapportage Transitie Sociaal Domein (over het derde kwartaal) verwachten we meer zicht te hebben op de effecten en resultaten in 2015. Het beeld van 2015 zakl worden afgezet tegen het bijgestelde financiële kader uit de meicirculaire. Indien nodig komen we met een apart raadsvoorstel waarin we aanvullende maatregelen zullen presenteren. Planning: commissie en raad eind 2015/ begin 2016.

Transitie Wmo 2015

Met de invoering van de Wmo 2015 is de gemeente vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor onder andere begeleiding en ondersteuning van inwoners met een zogenaamde AWBZ indicatie. Voor de nieuwe taken hebben we in 2015 een bedrag ontvangen van circa € 4.221.000 (meicirculaire 2015). Vanaf 2016 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd. De raad is hierover eind april per brief geïnformeerd.
Zoals beschreven in de raadsbrief eind april heeft het rijk een terechte correctie doorgevoerd, omdat een doelgroep met zware zorg niet is overgeheveld naar de Wmo, maar onder de Wet langdurige zorg (Wlz) is komen te vallen. Deze correctie verloopt budgettair neutraal. Na correctie zien we dat het beschikbare budget voor de Wmo licht stijgt komende jaren. In hoeverre de daling in 2018 doorgezet wordt, moet komende jaren duidelijk worden.
Afgezet tegen de kortingen die het rijk vanaf  2015 heeft opgelegd, is de noodzaak om ‘om te buigen’ onverminderd groot en blijft de ingezette lijn van het beleidsplan overeind. Ter illustratie: De huishoudelijk hulp is in 2015 gekort met 30,5% (vanaf 2016 korting van 40%). De begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf zijn met 11% gekort. De persoonlijke verzorging is met 15% gekort. De inkomensondersteuning (ivm het afschaffen van de Wtcg/CER gelden) is met 70% gekort. Op de overige taken die worden overgeheveld vindt geen korting plaats.
Bij de doorontwikkeling van de Wmo 2016 blijven we kiezen we voor een innovatieve aanpak: we willen graag de kansen van deze transitie duurzaam benutten. Deze keuze is ingegeven vanuit de ambitie om het sociaal domein in Dronten efficiënter en effectiever vanuit de vraag en het perspectief van inwoners te blijven in te richten.

Transitie jeugdhulp

Voor de nieuwe taken van de Jeugdwet ontvingen we in 2015 een bedrag van € 12.373.103 (meicirculaire 2015). Vanaf 2016 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd. De raad is hierover eind april per brief geïnformeerd.
Alhoewel de korting minder zwaar uitpakt dan bij de introductie van het nieuwe verdeelmodel verwacht, zien we een extra korting op de Jeugdwet oplopend tot bijna anderhalf miljoen. Deze korting komt bovenop de al doorgevoerde korting oplopend tot 15% in 2018. In totaal is in 2018 sprake van een korting van ruim 23%, 8% meer dan de raming in de meerjarenbegroting.
Zoals ook in het beleidsplan omschreven zetten we actief in op preventie om zware (en kostbare) zorg in de curatieve sfeer zoveel mogelijk te voorkomen. Dit beleid zal de komende jaren gehandhaafd blijven. Hoewel de extra korting op het budget door vertaald wordt naar zowel de lokale jeugdhulp (preventie en ondersteuning) als de regionale jeugdhulp (hulp), blijkt uit de meerjarenbegroting dat naar verhouding het budget voor regionale hulp afneemt en het budget voor lokale jeugdhulp toeneemt.
De extra ombuiging moet ook zichtbaar worden in het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van ondersteuning en hulp. De streefgetallen in het beleidsplan Sociaal Domein zullen op basis van het nieuwe meerjarenperspectief bijgesteld worden.

Invoering participatiewet

Naast een bezuiniging op de BUIG waar de raad al over geïnformeerd is, blijkt uit de meicirculaire dat het rijk ook forse kortingen doorvoert op het Participatiebudget; zowel het onderdeel re-integratie, als het onderdeel Wsw. Deze kortingen waren niet voorzien en we zijn aan het analyseren waar het rijk deze kortingen op baseert.
In juni heeft de raad zijn zienswijze gegeven op de aanvullende maatregelen als gevolg van minder inkomsten uit de BUIG. De vraag ligt nu voor of de korting op het Participatiebudget aanleiding geeft tot andere dan de reeds voorgestelde maatregelen. Dit hangt mede af van de resultaten in 2015 (zie voortgangsrapportages Transitie Sociaal Domein). Indien dit het geval is zal daarvoor een separaat raadsvoorstel worden opgesteld. Planning: eind 2015 / begin 2016.
Vanaf 2015 zijn we verantwoordelijk voor een grotere én complexere doelgroep met de samenvoeging van de Wwb, Wsw en een groot deel van de Wajong. De doelstelling is om iedereen met arbeidsvermogen naar werk toe te leiden, bij voorkeur regulier werk. Om alle doelgroepen te ondersteunen is het, gezien de financiële druk van de uitvoering Wsw op het participatiebudget, nodig om de uitvoering van de Wsw om te vormen. Samen met de gemeente Kampen zijn we op 7 juli 2015 een onderzoek gestart dat moet leiden tot de keuze voor een nieuwe uitvoeringsstructuur WSW/Participatiewet. Deze omvorming moet een gunstig effect hebben op de kosten van de Wsw zodat er voldoende middelen in het Participatiebudget overblijven om de overige doelgroepen te activeren naar werk of een andere vorm van participatie. Hierbij zullen ook de tekorten uit de meicirculaire worden meegenomen. In het beleidsplan is uitgegaan dat de omvorming van de WSW vanaf 2017 een positief effect (invulling moet geven aan het oplossen van het tekort dat in het beleidsplan is opgenomen) zou moeten opleveren in de begroting van het beleidsplan voor de Participatiewet.

Uitvoering WSW; IMpact

Bij de kadernota 2016 hebben wij voorgesteld om voor het jaar 2016 rekening te houden met een mogelijke extra bijdrage van € 180.000. Dit op basis van de ervaringen van 2015. Nu laat het zich aanzien dat het jaar 2015 zich positiever ontwikkeld dan ten tijde van het opstellen van de kadernota 2016. Daarnaast zijn de gemeente Kampen en wij  bezig met het opstellen van een business case met het doel uitvoering van de nieuwe participatiewet binnen de huidige kaders. Wij verwachten de uitkomsten van de business case in de eerste helft van 2016.
Impact heeft tot op heden nog geen begroting 2016 ingediend. Onze gemeentelijke bijdrage 2016 fixeren wij op het bedrag van 2015. Wij vinden het wel raadzaam om op dit moment voor het jaar 2016  een bedrag te reserveren van € 180.000 voor mogelijk negatieve resultaten aangezien er geen begroting 2016 van Impact  is en de uitkomsten van de business case nog onbekend zijn. Daarnaast zijn wij nog volop in gesprek met de partijen om tot een goede uitvoering van de participatiewet te komen waarbij de huidige financiële kaders het uitgangspunt zijn. Uit deze voorgestelde reservering moeten partijen geen rechten ontlenen één en ander is afhankelijk van de uitkomsten van de gesprekken en de business case.

Werkgeverscontactteam en regionale samenwerking

Voor 2016 geldt dat er verder uitvoering gegeven zal worden aan het beleidsplan Participatiewet en de verordeningen. Belangrijk onderdeel hiervan is het voortzetten van het inmiddels stevig gepositioneerde lokale werkgeverscontactteam en de regionale samenwerking in het Werkbedrijf met de gemeenten, UWV en VNO/NCW, FNV en CNV. Samen met de werkgevers en ondernemersvereniging worden werkplekken gevonden voor de doelgroep van de Participatiewet en garantiebanen ingegeven vanuit het sociaal akkoord (zie ook: www.dewerkplek.nu). Het financiële kader van de Participatiewet is krap en gaat gepaard met risico’s. Deze worden in de risicoparagraaf samen met de beheersmaatregelen verder toegelicht.
Het college heeft het voornemen uitgesproken om over te stappen naar de arbeidsmarktregio Zwolle. De definitieve stappen voor een toetreding zijn voorzien na besluitvorming van de raad met de vraag om in te stemmen en nadat met betrokken partijen alle relevante aspecten goed hebben afgestemd, de benodigde instemming hebben verkregen, de ontvlechting van de taken die uitgevoerd worden in de arbeidsmarktregio Flevoland helder hebben en de mogelijke risico’s en financiële aspecten afdoende in kaart hebben gebracht.
Integraal jeugdbeleid
De gemeente vervult een regierol als het gaat om het thema veiligheid en vrije tijd bij jongeren.
Samen met de politie, de buurtsportcoaches, de straathoekwerkers en de jongerenwerkers wordt geprobeerd een passend aanbod aan activiteiten en voorzieningen te realiseren waardoor overlast door jongeren op een preventieve wijze wordt tegengegaan. Genoemde partijen werken samen in het JIT (Jeugd Interventie Team). Voor 2016 blijft matiging van het alcohol- en middelengebruik één van de speerpunten van het beleid. Samen met de buurtsportcoaches wordt daarnaast gewerkt aan een gezonde leefstijl onder jongeren.
In 2015 is een start gemaakt met een integrale aanpak van radicaliserende (moslim)jongeren. Vertegenwoordigers van scholen, jongerenwerk, politie, het AZC en gemeente hebben tot nu toe vooral geïnvesteerd in kennisvergroting en signaalherkenning. In 2016 wordt de maatregelenmatrix verder ontwikkeld en geïmplementeerd, zodat alle betrokken partijen weten wat er preventief en repressief aan maatregelen genomen moet worden als de situatie hier om vraagt.

Armoedebeleid

In 2015 is het beleidsplan armoede voor de komende vier jaar vastgesteld. Er is met dit beleidsplan een aantal nieuwe bouwstenen voor het armoedebeleid geïntroduceerd welke in 2016 nader vorm krijgen. Het beleid is gepositioneerd als onderdeel van de Dronter koers. Bij de ondersteuning van inwoners wordt de situatie of probleem van de persoon integraal benaderd. Armoede is een probleem dat bijna nooit op zichzelf staat maar samenhangt met andere problemen. De samenleving en gidsen in de wijknetwerken spelen hierbij een belangrijke rol. Preventief wordt de komende jaren structureel ingezet op jongeren, zelfstandigen en allochtonen middels gerichte voorlichting. Daarnaast wordt samen met maatschappelijke instellingen meer ingezet op vroeg signalering om armoede en schulden te voorkomen. Inwoners met een minimuminkomen kunnen aanspraak maken op een collectieve zorgverzekering en de toegang tot de toegankelijkheidsbijdrage voor maatschappelijke participatie is laagdrempelig georganiseerd door de invoering van een pas voor inwoners van Dronten. Om de maatschappij verder te betrekken in de ondersteuning van mensen met een laag inkomen worden vrijwilligersinitiatieven vanuit de samenleving gestimuleerd. Dit sluit aan op het uitgangspunt van de Dronter koers om samenleving en inwoners meer te betrekken bij ondersteuning van anderen in die samenleving.