Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Dronten kan onderverdeeld worden in:

  1. Onroerende Zaakbelastingen (OZB);
  2. Rioolheffingen en afvalstoffenheffing;
  3. Leges en andere heffingen.

Ad. 1: OZB
De OZB is de belangrijkste lokale belasting. Weliswaar gelden geen maximumtarieven en maximumstijgingspercentages, maar dat betekent niet dat de gemeente zo maar de tarieven mag verhogen. In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) tussen gemeenten en rijk wordt jaarlijks de macronorm vastgesteld. Voor 2016 is deze macronorm bepaald op 1,57%.
Om de onbenutte belastingcapaciteit van Dronten te bepalen, wordt de OZB-stijging vergeleken met de toegestane macronorm. In 2016 was de totale OZB-opbrengst 5,1% lager dan in 2015 (zie tabel). Dat is aanzienlijk lager dan de macronorm. In de paragraaf lokale heffingen is dit verschil toegelicht. In onderstaande tabel is te zien dat er voor 2016 sprake is van onbenutte belastingcapaciteit in de OZB:

Omschrijving

2014

2015

2016

Verschil

Stijging

OZB gebruikers

1.495.000

1.708.000

1.418.000

-290.000

-16,9%

OZB eigenaren

7.009.000

7.591.000

7.406.000

-185.000

-2,4%

Totaal

8.504.000

9.299.000

8.824.000

-475.000

-5,1%

2,4%

9,3%

-5,1%

Ad. 2: Rioolheffingen en afvalstoffenheffing
De rioolheffingen en de afvalstoffenheffing zijn heffingen voor het gebruik van de riolering en voor het inzamelen van afval. De wet geeft aan dat de (meerjarige) baten niet hoger mogen zijn dan de (meerjarige) lasten.
Het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) 2016 is de basis voor het toekomstig onderhoud aan de riolering. Er is een voorziening Rioolbeheer gevormd om de toekomstige lasten voor het vGRP af te dekken. De voorziening Rioolbeheer bedraagt € 17,8 miljoen per ultimo 2016. De voorziening is ontstaan door een overdekking op het rioolbeheer in de afgelopen jaren. In het vGRP is aangegeven hoe de rioolheffingen zich de komende jaren ontwikkelen. Dit houdt in dat op dit moment geen rekening kan worden gehouden met een onbenutte belastingcapaciteit binnen de rioolheffingen.
Voor de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt 100% kostendekkendheid van de afvalbeheerkosten, waarbij jaarlijks het overschot of tekort wordt verrekend met de egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing. Het saldo van deze egalisatievoorziening wordt weer ingezet om de tarieven (incidenteel) te verlagen of om toekomstige kosten te dekken. De egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing bedraagt afgerond € 1,6 miljoen per eind 2016.
Aangezien uitgegaan wordt van maximale kostendekkendheid is geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit in de riool- en afvalstoffenheffing.

Ad. 3: Leges en andere heffingen
Uitgangspunt van de leges en andere heffingen is maximale kostendekkendheid van de kosten. Hier is dus geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit.